e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jezus christus jezus christus: jezus christus (Bree) Jezus Christus, Christus. [N 96D (1989)] III-3-3
jicht jicht: jicht (Bree), Vooral in de benen.  jicht (Bree), reumatiek: rimmetiek (Bree) Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)] || reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2
joelen kwaken: kwake (Bree) zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)] III-3-1
jojo jojo: jojo (Bree) Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bijv.nw.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jöng (Bree) jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)] III-2-2
jong (bn.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jöng (Bree) jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2
jong dat pas kan vliegen stug: stèg (Bree) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: di.vəlshōr (Bree) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje kakelnestje: kakelnösje (Bree), plat jong: èè plat jonk (Bree), vogeltje: vīəgəlkə (Bree, ... ), mv.  vīəjəlkəs (Bree, ... ) een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] || vogeltje [ZND 04 (1924)] || vogeltje, pas uit het ei III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kak: kagk (Bree), kagt (Bree, ... ) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] || vogeltje, pas uit het ei III-4-1