e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baret floets: fleuts (Bree), floets (Bree), fluts (Bree) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barmsijs stompstaartje: stòmpstertsje (Bree) barmsijs III-4-1
barrevoets barrevoets: baerevyts (Bree), barrevoets (Bree), berrevis (Bree), bèrrəvəs (Bree), bɛ.rəvo.ts (Bree), barvoets: bervers (Bree), bervoots (Bree), bèrvəs (Bree) barrevoets [ZND 19 (1936)], [ZND m] || barvoets || blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: baskuul (Bree), baskyl (Bree, ... ) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
basterdsuiker potsuiker: potsòkker (Bree) fijne bruine suiker III-2-3
baviaan baviaan: baviaan (Bree) Baviaan. [Willems (1885)] III-3-2
bazige vrouw gendarme (fr.): Van een wat overmatig struis vrouwmens wordt wel eens gezegd: Det is ein echte zjendermekweekster  zjenderm (Bree), kapitein: eine kapitein (Bree) Brutaal en bazig manwijf || een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bebroed bevrucht ei doorbroeds (bijvgl. nmw.): durbrēdš (Bree) [N 19, 54c] I-12
bebroed onbevrucht ei vuil gebroed (bijvgl. nmw.): vul gǝbrēi̯ (Bree) [N 19, 54b] I-12
bed bed: beͅt (Bree), Midden in böd ligke: het grootste voordeel aan zijn kant krijgen Ein böd(de) koots: beddekoets Eine bödpòngel: schertsend voor slaapgenoot Eme(s) van böd op struuj helpe: van de regen in de drup helpen  böd (Bree), kooi: kuuj (Bree) bed [RND] || bed als slaapplaats III-2-1