e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kram beugel: bēgǝl (Bree) Oog, haak of kram waarin het slaghout gestoken werd om het vast te zetten. [N 17, 21; N G, 56g] I-13
kramer kramer: kríimir (Bree) kramer [ZND m] III-3-1
krampig (het heeft) krampen: krampǝ (Bree) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
krant gazet (<fr.): gezät (Bree), gezét (Bree), gezöt (Bree), gəzét (Bree) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [ZND 17 (1935)] III-3-1
krassen kratsen: kratse (Bree) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] III-4-4
kreeft kreeft: krāēft (Bree), ook in ZND 28, 048  kraft (Bree), krèft (Bree) kreeft [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Bree, ... ), krēͅkəl (Bree) krekel [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] III-4-2
krentenbaard baardziekte: baardzeekde (Bree), zweertje: zwèèrke (Bree, ... ) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)] III-1-2
krentenbol krentenbroodje: Syst. Wbk. van Bree  krentebriêdsje (Bree) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenbrood: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krentenbroed (Bree), krentenmik: Syst. Wbk. van Bree  krentemik (Bree), rozijnenmik: Syst. Frings vrl.  rəzēi̯nəmek (Bree) krentenbrood [ZND 28 (1938)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3