20844 |
pepermunt |
menta:
mentake: pepermuntje
menta (L360p Bree)
|
pepermunt
III-2-3
|
33564 |
perenboom |
perel:
pe͂ͅrəl (L360p Bree)
|
[ZND m]
I-7
|
17911 |
persen |
arbeid hebben:
arbeid hebben (L360p Bree),
werken:
werken (L360p Bree)
|
Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47]
I-11
|
19229 |
persoon met een lastig karakter |
ambetanterik:
sjei toch ins ût möt dat stòm gedoons, liêliken ambetanterik deste bö
ambetanterik (L360p Bree),
geen gemakkelijke:
`t is geine gemekkelike (L360p Bree),
warse sakker:
Eine wèèrse sakker Fr. sacre
wèèrse sakker (L360p Bree)
|
Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] || lastigaard || lastige persoon
III-1-4
|
33566 |
perzik |
pche (fr.):
pē⁄ze (L360p Bree),
pe͂ͅze (L360p Bree),
pche-je:
pe͂ͅskə (L360p Bree),
pèske (L360p Bree),
haast altijd dim.
pèèske (L360p Bree)
|
[ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)]
I-7
|
24856 |
perzikkruid |
reutsel:
rē̜tsǝl (L360p Bree)
|
Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56]
I-5
|
22556 |
pesten (kaartspel) |
pesten:
pesten (L360p Bree)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19139 |
pesterij |
plagerij:
ploageri-j (L360p Bree)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18634 |
pet met brede klep |
loerklak:
loorklak (L360p Bree),
lōrklak (L360p Bree)
|
pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18627 |
pet met opstaand bovenstuk |
kepie:
kəpì (L360p Bree),
zijden klak:
zeije klak (L360p Bree)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|