e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prutser klommelaar: klòmmelèèr (Bree), kloot-me-vee: nûw zi-jn vruiw gestorven is, zitsj dèèn erme kluutmevee doa hiêl allein te pottere  kluutmevee (Bree), potteraar: potterèèr (Bree), sukkel: sigkel (Bree), sukkelaar: sigkelèèr(ster) (Bree), sukkeltje: sigkelke (Bree) iemand die onhandig is [kavveleuter, boerenklos, klos] [N 85 (1981)] || klungelaar, onhandig wezen || lantefanter, treuzelaar, onhandigaard, die veel meer tijd nodig heeft dan normaal om iets af te werken || sukkelaar, onhandig iemand || wat, oorspronkelijk een minder bekwame kok betekende III-1-4
prutswerk gefrutsel: wāt ēͅj gəfrotsəl (Bree), gekloot: gekluut (Bree), geknoei: waat ei geknuuj (Bree), wāt ēͅj gəknyj (Bree), prutswerk: prutswerk (Bree) slordig, slecht werk [geprös, kloterij, gekwansel, troddel] [N 85 (1981)] || Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] || werk dat ondeugdelijk of ondegelijk is [getotter, prutswerk, kleuterwerk, kutselwerk] [N 85 (1981)] III-1-4
pruttelen lurken: lörke (Bree), smekken: smekke (Bree) Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
puber aankomend jong: ein aankómend jòng (Bree), aanspanner: aanspanner (Bree), aanspenner (Bree, ... ), bakvis: bakvis  bakvös (Bree) benaming voor aankomend meisje || iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] || puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)] III-2-2
pudding podding: s Zòndigs mook uis moder dèk sjòkkelate podding  podding (Bree), Syst. Frings mnl.  poͅdeŋ (Bree), Syst. Wbk. van Bree  podding (Bree) pudding || Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puimsteen puimsteen: pø̜jmstęjn (Bree), pǫmpstęjn (Bree) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
puistjes brobbeltjes: brøbəlkə (Bree), puistjes: pûstsjes (Bree) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
pullover pullover: pelover (Bree, ... ), pølovər (Bree), pəlōvər (Bree), tricot (fr.): tréko (Bree) pull-over: truivest met mouwen || pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
punaise punaise (fr.): penèès(ke) (Bree) Duimspijkertje. III-3-1
punt van het blad van de zeis punt: pønt (Bree), spits: spets (Bree), tip: tep (Bree) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3