e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punt, stip puntje: èè puntsje (Bree) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] III-4-4
puntmuts kapje: keͅpkə (Bree) puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3
pupil pupil: pepil (Bree), pupil (Bree) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt (pupil, kijker, oogappel). [N 106 (2001)] || Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper paars: paars (Bree, ... ), purper: ps. letterlijk overgenomen.  péə.rparen (Bree), violet: violet (Bree) Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)] || purperen [ZND m] III-3-3
purper, paarsrood paars: paars (Bree) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
put inwijking: enwēkeŋ (Bree) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
putemmer putemmer: pøͅtemər (Bree) [N 12 (1961)] I-7
putgalg gaffel: gafəl (Bree), staak: staak (Bree) [N 12 (1961)] I-7
puthaak putgard: pøͅtgēͅrt (Bree), putstek: pøͅtsteͅk (Bree), stok: stok (Bree) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
putter putter: pötter (Bree), distelvink, putter  peətɛr (Bree) distelvink || putter [ZND m] III-4-1