e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenjas impermable (fr.): Fr. imperméable.  impermejabel (Bree), mantel: mantél (Bree), regenjas: regənjas (Bree, ... ), rēͅgənjās (Bree, ... ), règenjas (Bree, ... ) damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenpijp goot: gȳt (Bree), kandel: kānjǝl (Bree) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenpijpen regengetten: rēͅjgəngötə (Bree), regenpijpen: rēͅgənpējp (Bree) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
regenwolkje de maan staat in het water: de moan steit in het water (Bree), hamerslag: hamerslag (Bree), hàmərslàg (Bree), regenwolkje: rēͅgənwøͅË™kskə (Bree), règenwuikske (Bree), waterzeikje: wātərzeͅkskə (Bree) regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenworm pierik: pe:rək (Bree), piering: peerink (Bree), pering (Bree), pēreŋ (Bree), pēreͅŋ (Bree), pī.riŋ (Bree), Bree Wb.  pering (Bree), péring (Bree), worm: werm (Bree), weͅrəm (Bree), wé.rəm (Bree), wərm (Bree), Bree Wb.  wörm (Bree) pier, aardworm [Willems (1885)], [ZND 14 (1926)], [ZND B2 (1940sq)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm [Willems (1885)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] || worm, alg. [ZND m], [ZND m] III-4-2
reis reis: reis (Bree) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reiskoffer koffer: koffer (Bree), valies (<fr.): vali-js (Bree), veli-js (Bree) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || reiskoffer, maar eveneens ein sjoalveli-js, e veloveli-jske... III-3-1
reizen reizen: reize (Bree) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rek rek: rèk (Bree), schap: sjaap (Bree) Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1
rekenen rekenen: rēkənən (Bree), reͅkənə (Bree), rèkene (Bree), rèkenen (Bree), tellen: tellen (Bree) rekenen [ZND 41 (1943)] III-3-1