18396 |
ring |
ring:
Reengk--S (L360p Bree),
reŋk (L360p Bree),
ringk (L360p Bree)
|
ring [GTP], [ZND A1 (1940sq)]
III-1-3
|
17587 |
ringbaard |
ringbaardje:
ringbèèrdsje (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
ringbaard [N 10b (1961)] || Ringbaard: korte baard die als ring om het gezicht loopt [N 106 (2001)]
III-1-1
|
29911 |
ringen |
ringen:
reŋǝ (L360p Bree)
|
Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.]
I-12
|
33582 |
ringen, randen verwijderen van peulvruchten |
stropen:
streͅjpə (L360p Bree),
vijzen:
vēͅzə (L360p Bree),
vèze (L360p Bree)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND B2 (1940sq)]vezen peulen ontdraden
I-7
|
24449 |
ringrups |
rups:
roͅps (L360p Bree)
|
ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)]
III-4-2
|
17669 |
ringvinger |
ringvinger:
ringkvinger (L360p Bree),
ringvinger (L360p Bree)
|
Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] || Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, pillepoort). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
18103 |
ringworm |
catharinasplek:
kətri.nsplɛk (L360p Bree),
sint-catharinarad:
sint kətreinə ra:t (L360p Bree),
sint-catharinasrad:
sint kətre.ynsra.t (L360p Bree),
sinte ketriynsraad (L360p Bree),
sinte-Ketri-jnsraad (L360p Bree)
|
Hoe heet de huidziekte in de vorm van een wiel, waartegen Sinte Catharina wordt aangeroepen ? [ZND 48 (1954)] || Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)] || Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, wiel/rad, ring(el)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
23645 |
rinkelen met de altaarbel |
bellen:
belle (L360p Bree)
|
Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
26474 |
rinnen, lekken |
rijzen:
rizǝ (L360p Bree)
|
Gezegd van de molenstenen wanneer het graan door speling in de steenbus naar beneden valt. Volgens de invuller uit l 372 moeten er dan nieuwe noten gezet worden (Janssen, pag. 86). [Vds 123; Jan 135 add.; Coe 111]
II-3
|
20792 |
rins |
amper:
Oppen door waas buter amper gewure Het A.N. amper is benoa, kriê, bekans
amper (L360p Bree),
rans:
de boeter is rans (L360p Bree),
rans (L360p Bree),
ranzig:
ransig (L360p Bree)
|
Een rinse smaak (zuurzoet, gelijk sommige suikerbonbons). [ZND 41 (1943)] || lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)] || zuur, scherp van smaak
III-2-3
|