| 19063 |
schuw |
scheetschuw:
Bree Wb. (bedoelt waarschijnlijk: sjeetsj?w)
sjeetjûw (L360p Bree),
schuw:
Bree Wb.
sjûw (L360p Bree)
|
Hoe noemt u vreesachtig, schrikachtig, gezegd van dieren (schuw, schouw) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 34117 |
scrotum |
buidel:
bī.i̯ǝl (L360p Bree),
maal:
māl (L360p Bree),
zak:
zak (L360p Bree)
|
Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b]
I-11
|
| 34522 |
seksen |
sekken:
sɛkǝ (L360p Bree),
seksen:
sɛksǝ (L360p Bree)
|
Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b]
I-12
|
| 20962 |
selderij |
selder:
Bree Wb.
selder (L360p Bree),
selderij:
sèlderij (L360p Bree),
sellerie:
céleri (L360p Bree),
seͅlərii̯ (L360p Bree)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND m]Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 24035 |
seminarie |
seminarie (<lat.):
simenarie (L360p Bree)
|
Het seminarie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 19778 |
sering |
meibloem:
meiblome (L360p Bree),
5x
meibloem (L360p Bree, ...
L360p Bree),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
meiblom (L360p Bree)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
| 19401 |
servies |
servies:
servi-js (L360p Bree),
Hiêrt dèè uich bi-j het servi-js: hoort die ook bij het gezelschap
servi-js (L360p Bree)
|
Bij elkaar horend vaatwerk voor eten en drinken (servies, gleiswerk, breekwerk) [N 79 (1979)] || servies
III-2-1
|
| 19385 |
sierkleedje, antimakassar |
zetellapje:
zètellepke (L360p Bree)
|
Gehaakt kleedje of lapje over de rugleuning van stoel of canapé (lapje, kleedje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 18681 |
sierlijke omslagdoek |
plag:
plak (L360p Bree),
plāgk (L360p Bree)
|
omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 20879 |
sigaar |
sigaar:
sigaar (L360p Bree)
|
sigaar [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|