20630 |
spek |
spek:
spek (L360p Bree),
spɛk (L360p Bree, ...
L360p Bree),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
spek (L360p Bree)
|
spek [Goossens 1b (1960)], [ZND 23 (1937)] || varkensvlees
III-2-3
|
20702 |
spekpannenkoek |
spekkoek:
spekkook (L360p Bree),
Syst. Frings mnl.
spɛkkōk (L360p Bree),
spekpannenkoek:
Syst. Wbk. van Bree
spekpannekook (L360p Bree)
|
pannenkoek [ZND 40 (1942)] || Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22841 |
spel (alg.) |
spel:
spael (L360p Bree),
spiel (L360p Bree)
|
spel [GTRP (1980-1995)] || Spel. [Willems (1885)]
III-3-2
|
18390 |
speld |
spang:
spaŋ (L360p Bree, ...
L360p Bree),
AN spang betekent sierspeld, gesp.
spang (L360p Bree)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] || speld [ZND B1 (1940sq)]
II-7, III-1-3
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
spiiele (L360p Bree),
spiêle (L360p Bree)
|
spelen [GTRP (1980-1995)] || Spelen.
III-3-2
|
26471 |
speling op de steenbus |
spel:
spɛ.l (L360p Bree)
|
[Vds 124; Jan 135; Coe 114; Grof 135]
II-3
|
22327 |
spelletje |
potje:
pøͅtsjə (L360p Bree),
spelletje:
slēͅlkə (L360p Bree),
spèèlke (L360p Bree)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] || Spelletje.
III-3-2
|
32981 |
spelt |
spelt:
spɛlt (L360p Bree)
|
Triticum spelta L. Een soort van grove tarwe die ook op schrale grond gedijt. Het is in Limburg weinig bekend. De opgave spang, afkomstig uit het materiaal Willems, is hier wel opgegeven vanwege associatie met "speld". [Wi 52; monogr.; add. uit JG 1b; L 39, 15]
I-4
|
20165 |
spenen |
spenen:
spīǝnǝ (L360p Bree)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59]
I-9
|
17719 |
sperma |
sperma:
sperma (L360p Bree),
zaad:
zoad (L360p Bree)
|
Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)] || Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)]
III-1-1
|