e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tevreden; tevredenheid goesting: gòsting (Bree) tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4
theelepeltje eierlepeltje: eierliêpelke (Bree), koffielepel: koͅfilīpəl (Bree), lepeltje: liêpelke (Bree), suikerlepeltje: soͅkərlipəlkə (Bree), theelepel: tēlipəlkə (Bree), theelepeltje: tēlipəlkə (Bree) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)] III-2-1
theepot theepot: tēpoͅt (Bree), theepot (Bree), theepotje: tēpøtšə (Bree) pot waarin thee wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
theezeefje theezeef: tēzīəf (Bree) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
thuis bij huis: bēͅi̯ ōͅs (Bree), thuis: Samen ût en same thûs Ze is van alle merkte thûs: ze is doorgewinterd of doortrapt Geine thûs miêr höbbe: verlaten en verweesd achterblijven  thûs (Bree) thuis [ZND B2 (1940sq)] III-2-1
tien centiem vijf cent: vi-jf sent (Bree), vie cent (Bree), viefcent (Bree), vijf cent (Bree), vijief cent (Bree), 10 ct.  veəf seͅnt (Bree) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 10 centimes? [ZND 28 (1938)] || dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] || een muntstuk van 10 centimes (in België) [s(j)oe, sol, brak, knap, klomp] [N 89 (1982)] III-3-1
tien-guldenstuk tientje: ps. omgespeld volgens Frings.  tīəntšə (Bree) tien-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
tijdverdrijf tijdverdrijf: ti-jdverdri-jf (Bree), tiedverdrief (Bree) Duivenhouden is een ... (iets dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] III-3-2
tijdverdrijf: liefhebberij, amusatie liefhebberij: leefhebberie (Bree, ... ) Duivenhouden is een ... (iets dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] III-3-2
tijger tijger: tieger (Bree) Tijger. [Willems (1885)] III-3-2