e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blikaars uitslag: ûtslaag oppe kont höbbe (Bree) Uitslag, zweren op het achterwerk (blikaars, blikgat, blekker, blik). [N 107 (2001)] III-1-2
bliksem, bliksemflits bliksem: bleksəm (Bree, ... ), de bliksem (Bree), weerlicht: wēͅrlēxt (Bree), wèrlēxt (Bree, ... ), wèèrlicht (Bree) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] || weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksemaafleijer (Bree) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: bleksəmt (Bree), ’t bliksemt (Bree), weerlichten: hət wēͅrlēxt (Bree) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] III-4-4
blikslager blikslager: blīǝkslē̜gǝr (Bree) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
blinde vink blinde vink: Syst. Frings  blen veŋkə (Bree), Syst. Wbk. van Bree  blindzje vinke (Bree) Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)] III-2-3
blindemannetje spelen blindemannetje: blendəmənəkə spīələ (Bree) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
blinken, glimmen, glanzen blinken: bleͅŋkə (Bree), blinke (Bree) blinken [ZND A1 (1940sq)] || een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blood (Bree), blōt (Bree), blót (Bree) bloed [N 10 (1961)], [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
bloedaders uieraderen: ii̯ǝrǭǝrǝ (Bree) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11