e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
unster ponder: piner (Bree), unster: weegschaal met veer  unster (Bree), WNT: unster - ons(t)er, eunster, anster, uister, huiser, oister, uuser, ulster -, Van ons (mnl. unce) met -er, al dan niet met epenthetische l). 1. Weegwerktuig [...]  hoͅlstər (Bree), istər (Bree) De Romeinse balans, bestaande uit een stok waarover een gewicht heen en weer geschoven wordt. [ZND 33 (1940)] || Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
urine pis: pis (Bree, ... ), zeik: zeik (Bree, ... ), zęi̯k (Bree) urine [N 10c (1995)] || urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
urineren gorzen: gorzǝ (Bree), górze (Bree), pissen: pisse (Bree, ... ), zeiken: zeike (Bree, ... ), zeͅikə (Bree) urineren [N 10c (1995)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] || zeiken [ZND A2 (1940sq)] I-11, III-1-1
vaandel vaan: ein vaan (Bree), vaan (Bree, ... ), vlag: ein vlag (Bree) 1. Vaandel. || De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] || Vaandel. [Willems (1885)] || Vlag. [Willems (1885)] III-3-2
vaars rind: rɛi̯njtjš (Bree), rindje: rentšǝ (Bree), rund: rynt (Bree), vaars: vērs (Bree), vē̜rs (Bree), vɛrs (Bree), vɛ̄rs (Bree), vaarsje: vē̜rskǝ (Bree), vɛrskǝ (Bree) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelplag: sjutelplagk (Bree), schotelvod: sjutelvod (Bree) vaatdoek III-2-1
vadem, maat van uitgestrekte armen vadem: vā.m (Bree) vadem [ZND m] III-4-4
vademen invamen: envīmǝn (Bree), vamen: vimǝ (Bree) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader vader: vadər (Bree), vajer (Bree) vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
vagebond vagebond: vagebónd (Bree) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4