25098 |
vernielen |
runeren:
ps. boven de ‰ staat nog een `; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.
rinewēren (L360p Bree),
verdestrueren:
ps. niet omgespeld; boven de ‰ staat nog een `; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.
verdistɛlewēren (L360p Bree)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
21832 |
vernomen verhaal |
gehoord:
wat ich gehiêrd höb (L360p Bree)
|
een vernomen verhaal [meul] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
23249 |
verplichte feestdag |
geboden feestdag:
gebuje fiestdaag (L360p Bree)
|
Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18899 |
verplichting |
moeten:
⁄t is van mote (L360p Bree)
|
het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24997 |
verpulveren |
verpulveren:
verpulveren (L360p Bree)
|
tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
versjoald beer (L360p Bree)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20644 |
verschalen |
verzwartselen:
Este di-j pi-jntsj beer neet wi-jer ûtdrinks, geit ze verzwatsele
verzwatsele (L360p Bree)
|
verschalen o.a. van drank
III-2-3
|
25090 |
verschieten |
verschieten:
versjete (L360p Bree)
|
anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23916 |
verschijning |
verschijning:
versji-jning (L360p Bree)
|
Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22709 |
verschillende knikkerspelen |
kangelen:
kāŋələ (L360p Bree)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|