e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zonde zonde: zónde (Bree) Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] III-3-3
zonder opzet niet expres: neet espres (Bree), zonder erg: zòndər eͅrəx (Bree) zonder bedoeling [ZND 34 (1940)] || zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4
zonnebloem zonnebloem: Bree Wb.  zònnebloom (Bree) Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)] III-2-1
zool zool: zǭl (Bree) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9
zool van een schoen zool: zō`l (Bree), zōͅəl (Bree), zuul (Bree) Zool (van schoen) [ZND m] || zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag klompenleer: klompǝlē̜r (Bree) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoon zoon: zoon (Bree), zuun (Bree), cf. WNT s.v. "zoon - zeun, zone  zuun (Bree) zoon [ZND 11 (1925)] III-2-2
zorgen voor in de moed houden: in de mot hauwe (Bree) toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
zoutvat zoutvaatje: zautvèètsje (Bree) zoutvaatje III-2-1
zuchten hijgen: geigə (Bree), kreunen: krimə (Bree) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] || zuchten, stenen [ZND B1 (1940sq)] III-1-4