e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarten ronddelen geven: gēͅvə (Bree) De kaarten ronddelen [delen, geven, hangen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten ronddelen add. gevens: t Is gèves al de kaarten mogen worden gedeeld. Deze oudere genitiefvorm vindt men o.a. ook nog in: t Is bèjes, det weerd vechtes.  gèves (Bree) Het geven, b.v. in het kaartspelen. III-3-2
de kaarten schudden schieten: de kaarte good sjeete (Bree), de kàrte good šētə (Bree), Bi-j elk nûw spel wère de kaarte gesjute.  sjete (Bree), schudden: de kàrte goot šədə (Bree), sjøͅdə (Bree) 3. Term uit het kaartspel: delen, verschuiven. || Hoe heet het dooreenmengen van speelkaarten? Vertaal: De kaarten goed ... [ZND 36 (1941)] || Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kar wipt kwikken: (de kar) kwekt (Bree) Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99] I-13
de kerkgang maken de kerkgang doen: (kerkgank) doon (Bree) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de kruisweg bidden de kruisweg beden: kri-jswèèg bèjə (Bree) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de laatste voor ploegen (de voor) uitploegen: ű̄t[ploegen] (Bree) De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.] I-1
de melk inhouden ophouden: (de koe) hø̄ltš ǫp (Bree), ǫphawǝ (Bree) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11
de melk laten lopen (de melk) laten lopen: lǫǝtǝ lø̜u̯jpǝ (Bree), lǭǝtǝ lø̜i̯pǝ (Bree) De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70] I-11
de merrie bij de hengst brengen naar de hengst gaan: nǭ dǝn heŋst gǭn (Bree) [N 8, 43a en 43b] I-9