e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broekhuizen

Overzicht

Gevonden: 1136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gekruld haar krulhaar: krolhaor (Broekhuizen), krullen: krolle (Broekhuizen, ... ) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld geld: gɛlt (Broekhuizen), xɛ.ld (Broekhuizen) geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
gele kwikstaart gele kwikstaart: gèèle kwikstart (Broekhuizen) kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)] III-4-1
gele lupine filipinen: følǝ`pinǝ (Broekhuizen) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gemeenteweide gemeentebroek: gǝmēntǝbrōk (Broekhuizen) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
geraamte geraamte: geromt (Broekhuizen), knoken: knōk (Broekhuizen) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1
gereed klaar: klaar (Broekhuizen), klaor (Broekhuizen) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
gerst gerst: gārst (Broekhuizen) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gesp gespel: gaspel (Broekhuizen) sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətrówdə vrów (Broekhuizen) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2