18707 |
jumper |
vest:
vest (L247p Broekhuizen)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
saus:
Syst. WBD
saus (L247p Broekhuizen)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17603 |
kaakbeen(rand) |
kaakrand:
kaakrant (L247p Broekhuizen),
raak:
de rake (L247p Broekhuizen),
raak (L247p Broekhuizen)
|
kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17743 |
kaal (zijn), kaal hoofd |
kaaskop:
hij het enne kiêskop (L247p Broekhuizen),
kletskop:
hij het enne kletskop (L247p Broekhuizen),
kletskop (L247p Broekhuizen, ...
L247p Broekhuizen),
volle maan:
vol maon (L247p Broekhuizen)
|
kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20768 |
kaantjes |
kaaien:
kaoje (L247p Broekhuizen),
kòje (L247p Broekhuizen, ...
L247p Broekhuizen)
|
vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)]
III-2-3
|
19791 |
kaars |
kaars:
keͅrs (L247p Broekhuizen)
|
kaars [RND]
III-2-1
|
22505 |
kaarten (ww.) |
kaarten:
kâ.rtə (L247p Broekhuizen)
|
kaarten [RND]
III-3-2
|
20802 |
kaas |
kaas:
kîês (L247p Broekhuizen)
|
kaas [RND]
III-2-3
|
22622 |
kaatsen |
ballen:
balə (L247p Broekhuizen)
|
kaatsen [RND]
III-3-2
|
31565 |
kachels zwarten |
potloden:
pǫtluǝjǝ (L247p Broekhuizen)
|
Kachels met behulp van kachelzwartsel of door (in)branden of lakken zwart maken. In Q 83 liet men vetkool roken waarna het daarbij gevormde zwartsel op de kachel werd uitgewreven. Ook in L 330 werd het zwartbronzé samen met lijnolie boven een kolen- of turfvuur verhit en vervolgens op de kachel uitgepoetst. [N 33, 313; N 7, 41c; L 5, 60b add.; monogr.]
II-11
|