e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broekhuizen

Overzicht

Gevonden: 1136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jumper vest: vest (Broekhuizen) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat saus: Syst. WBD  saus (Broekhuizen) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
kaakbeen(rand) kaakrand: kaakrant (Broekhuizen), raak: de rake (Broekhuizen), raak (Broekhuizen) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kaaskop: hij het enne kiêskop (Broekhuizen), kletskop: hij het enne kletskop (Broekhuizen), kletskop (Broekhuizen, ... ), volle maan: vol maon (Broekhuizen) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaantjes kaaien: kaoje (Broekhuizen), kòje (Broekhuizen, ... ) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaars kaars: keͅrs (Broekhuizen) kaars [RND] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: kâ.rtə (Broekhuizen) kaarten [RND] III-3-2
kaas kaas: kîês (Broekhuizen) kaas [RND] III-2-3
kaatsen ballen: balə (Broekhuizen) kaatsen [RND] III-3-2
kachels zwarten potloden: pǫtluǝjǝ (Broekhuizen) Kachels met behulp van kachelzwartsel of door (in)branden of lakken zwart maken. In Q 83 liet men vetkool roken waarna het daarbij gevormde zwartsel op de kachel werd uitgewreven. Ook in L 330 werd het zwartbronzé samen met lijnolie boven een kolen- of turfvuur verhit en vervolgens op de kachel uitgepoetst. [N 33, 313; N 7, 41c; L 5, 60b add.; monogr.] II-11