| 28819 |
voering, voeringstof |
voering:
vø̄reŋ (L434a Broeksittard)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
| 17777 |
voet |
voet:
veut (L434a Broeksittard),
voot (L434a Broeksittard)
|
voet [SGV (1914)] || voeten [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 33732 |
voetgangershek |
stegel:
stēgǝl (L434a Broeksittard)
|
Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in één lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.]
I-8
|
| 24268 |
vogel, algemeen |
vogel (enk.):
vogel (L434a Broeksittard),
vogel (mv.):
veugel (L434a Broeksittard)
|
vogel [SGV (1914)] || vogels [SGV (1914)]
III-4-1
|
| 20174 |
voogd |
momber:
moomer (L434a Broeksittard),
voogd:
voogd (L434a Broeksittard)
|
voogd [SGV (1914)]
III-2-2
|
| 17852 |
vooroverduikelen |
tuimelen:
tømele (L434a Broeksittard)
|
tuimelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 18278 |
voorschoot, schort (alg.) |
scholk:
scholk (L434a Broeksittard, ...
L434a Broeksittard),
schort:
schort (L434a Broeksittard)
|
Hoe noemt men het katoenen, wollen of zijden kledingstuk, dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleren tegen vuil worden te beschermen en dat of de gehele voorzijde van het lichaam, of hoofdzakelijk de rok bedekt ? [DC 15 (1947)] || voorschoot [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 19712 |
vork |
fourchette:
feršet (L434a Broeksittard)
|
vork om mee te eten [Roukens 03 (1937)]
III-2-1
|
| 25202 |
vorst, het vriezen |
gevreur:
gevreur (L434a Broeksittard)
|
vorst (vriezend weer) [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 18279 |
vouw |
vouw:
vauw (L434a Broeksittard),
vauwe (L434a Broeksittard)
|
vouw [SGV (1914)] || vouwen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|