21334 |
illustratie |
illustratie (<fr.):
illustratie (L434a Broeksittard)
|
illustratie [SGV (1914)]
III-3-1
|
26785 |
inkuilen |
inkuilen:
enkule (L434a Broeksittard)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zaute (L434a Broeksittard)
|
zouten (mv.?) [SGV (1914)]
III-2-3
|
18259 |
jak |
jak:
jak (L434a Broeksittard)
|
jak [SGV (1914)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
jaloes (L434a Broeksittard)
|
jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jas (L434a Broeksittard),
jes (L434a Broeksittard)
|
jas [SGV (1914)] || jassen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
24556 |
jeneverbes |
wilde mamer:
wijlwāmere (L434a Broeksittard)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
18086 |
jicht |
gicht:
gicht (L434a Broeksittard)
|
jicht [SGV (1914)]
III-1-2
|
23323 |
joden |
joden:
judde (L434a Broeksittard)
|
joden [SGV (1914)]
III-3-3
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
joŋk (L434a Broeksittard),
jŏŋk (L434a Broeksittard)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)]
I-11, III-4-2
|