19736 |
soda |
soda:
sōdā (L434a Broeksittard)
|
de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
20664 |
soep |
sop:
sop (L434a Broeksittard)
|
soep [SGV (1914)]
III-2-3
|
20882 |
soepkip |
soephoen:
sophoun (L434a Broeksittard)
|
kip in water gekookt [N 37 (1971)]
III-2-3
|
34576 |
spaak |
spaak:
spāk (L434a Broeksittard)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|
17830 |
spannen |
spannen:
spanne (L434a Broeksittard)
|
spannen [SGV (1914)]
III-1-2
|
17963 |
spartelen |
spartelen:
spertele (L434a Broeksittard)
|
spartelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spijen:
spieje (L434a Broeksittard)
|
spuwen [SGV (1914)]
III-1-1
|
22841 |
spel (alg.) |
spel:
speel (L434a Broeksittard)
|
spel [SGV (1914)]
III-3-2
|
18390 |
speld |
spang:
špaŋ (L434a Broeksittard)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
28970 |
spelden |
spangen:
španjǝ (L434a Broeksittard)
|
Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34]
II-7
|