18906 |
handig |
handig:
henjig (Q035p Brunssum),
hèn⁄jich (Q035p Brunssum)
|
goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28211 |
handlamp |
handlamp:
handlamp (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Maurits])
|
Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.]
II-5
|
27222 |
handlanger |
handlanger:
hanjtjlaŋǝr (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
hantjlɛŋǝr (Q035p Brunssum),
opper:
uǝpǝr (Q035p Brunssum)
|
Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] || Niet-geschoolde arbeider die in de mijn meehelpt bij o.a. het vervoer. [N 95, 154]
II-5, II-9
|
17662 |
handpalm |
plat:
plat van de handj (Q035p Brunssum)
|
palm van de hand [N 10 (1961)]
III-1-1
|
28010 |
handpijler |
handpijler:
hanjtjpęjlǝr (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Maurits])
|
Pijler waarin de steenkool met behulp van de luchthamer wordt gewonnen. Zie ook het lemma Mechanische Pijler. [N 95, 281; monogr.]
II-5
|
25609 |
handschieter |
broodjesschieter:
brȳtjǝsšētǝr (Q035p Brunssum),
scheutel:
šø̄tǝl (Q035p Brunssum)
|
Dun plankje waarop de kadetjes of andere broodjes, met twintig tegelijk, de oven worden ingeschoven. Woordtypen als "lange schieter" en "grote zwouw" wijzen erop dat hiervoor ook wel de gewone ovenpaal wordt gebruikt. Vgl. dit lemma met dat van ''ovenpaal''. [N 29, 96b]
II-1
|
18256 |
handschoen |
haas:
heusje (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum),
heuš (Q035p Brunssum),
huisje (Q035p Brunssum),
huíše (Q035p Brunssum)
|
handschoen [SGV (1914)] || handschoenen (mv) [SGV (1914)] || handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18711 |
handschoen zonder vingers |
mitaine (fr.):
mitaine (Q035p Brunssum),
mitèès (Q035p Brunssum)
|
wanten of handschoenen die de vingers onbedekt laten [meténtjes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
27545 |
handschoen, handbeschermer |
handbeschermer:
hanjtjbǝšɛrmǝr (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
handschoen:
hanjtjšōn (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Handschoen of handbeschermer. Er zijn werkzaamheden waarbij handbeschermingsmiddelen moeten worden gedragen zoals bij ijzertransport en andere waarbij het verboden is om deze middelen te dragen, zoals bij draaiende boren, werken aan bewegende delen van machines of aan- en afkoppelen van wagens (MBK V pag. 139). Lauraders moeten bij hun werk handschoenen dragen. [N 95, 882; N 95, 883]
II-5
|
22879 |
handspel |
hands (eng.):
hands (Q035p Brunssum)
|
Hij heeft de bal men de hand aangeraakt, het is ... [DC 49 (1974)]
III-3-2
|