e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kemphaan kemphaan: kemphaan (Brunssum) kemphaan (29 alleen langs de rivieren in weiland; mannetjes hebben in het voorjaar bonte veerkragen en houden gezamenlijke schijngevechten [N 09 (1961)] III-4-1
kennen kennen: i open  kinne (Brunssum) kennen [SGV (1914)] III-1-4
kerel kerel: kèl (Brunssum), kɛ.əl (Brunssum) kerel [RND], [SGV (1914)] III-3-1
keren draaien: drēǝ (Brunssum) Als men heen en weer ploegt, moet men aan het einde van iedere voor het (de) paard(en) met de ploeg laten draaien, om langs de juist geploegde voor verder te ploegen. Bij de modernere wentelploegen wordt bij het draaien het dubbele ploeglichaam omgekeerd. Bij de oude keerploeg moest men bij het keren het riester en gewoonlijk ook het kouter omzetten. [N 11, 63; N 11A, 98f + 98g + 123c; JG 1a; div.; monogr.] I-1
kerf kerf: kęrf (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een inham in de koollaag ter breedte van het pand, vanwaaruit de houwer de kool evenwijdig aan de splijtvlakken kan afbouwen. Zie ook het lemma Inkerven. [N 95A, 11; monogr.; Vwo 256; Vwo 394; Vwo 395; Vwo 503] II-5
kerk kerk: kirk (Brunssum) kerk [SGV (1914)] III-3-3
kerkhof kerkhof: kirkuf (Brunssum), kirköf (Brunssum) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kerkuil kerkuil: kirkūūl (Brunssum), ü van du mühle  kirk-ül (Brunssum) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kerkwaarts heimwaarts: hevešj (Brunssum) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kErremes (Brunssum), kɛrəməs (Brunssum), Oorspronkelijk kerkmis.  kirmis (Brunssum) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] || Kermis. III-3-2