34229 |
meer melk gaan geven |
aangeven:
āngēǝvǝ (Q035p Brunssum)
|
[N 3A, 68]
I-11
|
20407 |
meerderjarig |
mondig:
munjig (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
meerderjarig; de leeftijd bereikt hebbend dat men in rechten zelfstandig kan optreden [meerderjarig, mondig] [N 86 (1981)] || mondig [SGV (1914)]
III-2-2
|
27914 |
meesondersteuning |
meesbouw:
mēsbǫw (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Houten ondersteuning bestaande uit twee van een mees voorziene houten stijlen en een halfhout dat als kap wordt gebruikt. [N 95, 320; monogr.]
II-5
|
21273 |
meester |
meester:
meester (Q035p Brunssum),
mɛstər (Q035p Brunssum),
ee open
meester (Q035p Brunssum)
|
(school)meester [RND] || meester [SGV (1914)] || onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
28066 |
meester-opzichter |
vaarstijger:
vārštīgǝr (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Op elke verdieping is een chef-opzichter of meester-opzichter aangesteld. Hij voert het bevel over de opzichters. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 235]
II-5
|
28006 |
meesterhouwer |
meesterhouwer:
mēstǝrhø̜jǝr (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Emma])
|
Leider van een groepje arbeiders. Hij heeft veelal het toezicht over de nachtdienst. Volgens de informant van Q 15 kon de meesterhouwer toegevoegd worden aan een opzichter in de afdeling. Hij was dan meesterhouwer-hulpopzichter. Ook een vervoersregelaar-telefonist kon een meesterhouwer zijn. Zie ook het lemma Regelaar Vervoer. [N 95, 149a; monogr.; div.]
II-5
|
22458 |
mei |
mei:
de meij op t hoes zette (Q035p Brunssum)
|
De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22452 |
meiboom |
mei:
mɛj (Q035p Brunssum)
|
Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.]
II-9
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
māt (Q035p Brunssum)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24582 |
meidoorn |
geitebloem:
-
geitenbloom (Q035p Brunssum),
meidoorn:
mejdoare (Q035p Brunssum)
|
haagdoorn [SGV (1914)] || meidoorn [DC 13 (1945)]
III-4-3
|