e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuitgelei beschuitcrème: bǝšȳtkrē̜m (Brunssum) Honingzoet, ingrediënt voor de bereiding van beschuit" (z. Van Dale 9de druk blz. 235), is beschuitgelei. Vraag N 29, 57c luidde: "Welke andere stoffen worden aan het meel toegevoegd?" Op deze vraag kwamen allerlei verschillende antwoorden die tevens op verchillende stoffen of producten duidden. Een aantal opgaven betekent "beschuitgelei". Hiervan is een apart lemma gemaakt, waarin ook zijn opgenomen de "zeep"-opgaven. Heel waarschijnlijk is de "zeep" een ingrediënt van de gelei. Dus moet men de "zeep"-opgaven niet synoniem beschouwen met de "gelei"-opgaven. De antwoorden die vallen onder de woordtypen "vet", "vetstoffen", "boter", "zetmeel", "stroop", "blanke stroop", "honing", "glucose", "suiker", "bastaardsuiker", "Barbados-suiker", "zout", "eieren", "wit van ei", "eiwit", "eende-eieren", "gist", "natte gist'''', "heffe", "potas", zijn niet fonetisch gedocumenteerd. Uiteraard kunnen al deze genoemde stoffen ingrediënten zijn voor het bereiden van beschuit.' [N 29, 57c] II-1
beschuitmeel tarwebloem: tɛrvǝblōm (Brunssum) Meel voor het bereiden van beschuitdeeg. Momenteel wordt hier het beste meel voor gebruikt, vroeger wel eens tarwe- of griesmeel. [N 29, 57a] II-1
beschuitmes beschuitmes: bǝšø̄tmɛts (Brunssum) Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b] II-1
besjes aan de aardappelplant bolletjes: bølǝkǝs (Brunssum) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
beslaghamer, hoefhamer hoefhamer: hōfhāmǝr (Brunssum) Klauwhamer met vierkante of ronde baan, waarmee hoefnagels worden ingeslagen. De klauw van de hamer wordt gebruikt om nagels die in een verkeerde richting gaan, weer terug te trekken. Een hoefnagel verkeerd in de hoef slaan, werd in L 424 ɛvernagelenɛ (varnē9gala) genoemd. Zie ook afb. 231.' [N 33, 61; monogr.] II-11
besteden verteren: vurteern (Brunssum) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] III-3-1
besteken besteken: Sub namesdaag: Huje is dr oavend en mörge is dr daag dat me ... (naam) besjteëke maag. Daarna werd er een cadeautje gegeven.  besjteëke (Brunssum), schenken: schinku (Brunssum) [Besteken]. || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] III-3-1, III-3-2
bestellen bestellen: buschtillu (Brunssum) opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)] III-3-1
bestemmen bestemmen: busstŭmmu (Brunssum) iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)] III-1-4
bestendig weer vast (weer): vast wēēr (Brunssum) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4