22849 |
onpaar |
omp:
omp (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
onpaar [SGV (1914)]
III-3-2
|
20922 |
onrijp |
groen:
greun freut ète (Q035p Brunssum),
WLD
greun (Q035p Brunssum)
|
fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] || Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
greun (Q035p Brunssum),
WLD
greun (Q035p Brunssum),
onrijp:
onriep (Q035p Brunssum)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)]
I-7
|
18973 |
onschuldig |
onnozel:
ŏneuzul (Q035p Brunssum)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25175 |
onstuimige lucht |
duistere lucht:
ən dūūstər lóch (Q035p Brunssum)
|
lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20581 |
ontbijt |
eerste koffie, de -:
uur onbepaald
iəste kòffiə (Q035p Brunssum),
morgenskoffie, de -:
mureges koffie (Q035p Brunssum),
mòrgeskoffe (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum),
uur onbepaald
mŭrgəskòffiə (Q035p Brunssum)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 8 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
peiperkouk (Q035p Brunssum),
péperkook (Q035p Brunssum)
|
peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
33719 |
ontbost terrein met een schop omwerken |
rooien:
rūjǝ (Q035p Brunssum)
|
Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a]
I-8
|
33711 |
ontginnen |
ontginnen:
ontgenǝ (Q035p Brunssum)
|
Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.]
I-8
|
27533 |
ontgroening voor ondergrondse mijnwerkers |
kuilstamp:
kulštamp (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Gebruik om nieuwe mijnwerkers een panschop tegen het, eventueel blote, achterwerk te houden waartegen dan met een voorhamer werdgeslagen. Volgens de invuller uit Q 121c was het op de Domaniale mijn gebruikelijk om dit bovengronds te doen en wel in het gebouw waar de jonge mijnwerkers mijnwagens schoon moesten maken. De invuller uit Q 112a heeft het gebruik nog gekend tot ongeveer 1960. Het werd toegepast bij nieuwe leden van de Bovon, de beambtenontspanningsvereniging van de Oranje-Nassau III. [N 95 A, 9; monogr.]
II-5
|