17873 |
oorveeg |
oorveeg:
oervieg (Q035p Brunssum)
|
Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23198 |
op bedevaart gaan |
bedeweg houden:
bééwaeg howte (Q035p Brunssum),
een bedeweg doen:
enne baewaeg dōēe (Q035p Brunssum)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
25564 |
op de juiste temperatuur |
richtige temperatuur:
rextǝgǝ tɛmpratūr (Q035p Brunssum)
|
Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.]
II-1
|
17935 |
op de loop gaan |
biezen pakken:
zien biesu pakku (Q035p Brunssum),
op de loop gaan:
op de leup gao (Q035p Brunssum)
|
op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17966 |
op de schouder zitten |
krommelen:
kraomele (Q035p Brunssum)
|
rug: op de rug zitten [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17949 |
op de tenen lopen |
op de tenen lopen:
op de teene laope (Q035p Brunssum),
op de toppen lopen:
op de tuppe laope (Q035p Brunssum)
|
lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22682 |
op de vingers fluiten |
fluiten:
fleute (Q035p Brunssum)
|
Op de vingers fluiten [schuffelen]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
33218 |
op een hoop gooien |
op een hoop schudden:
ǫp (ęi̯)nǝ hǫu̯p šø̜dǝ (Q035p Brunssum)
|
Het uitstorten van de aardappelen in de kuil. [N 12, 29; monogr.]
I-5
|
25094 |
op een rij zetten |
richten:
rigtu (Q035p Brunssum)
|
op een rij zetten [hagen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17934 |
op een sukkeldrafje lopen |
dribbelen:
dribbele (Q035p Brunssum)
|
lopen: op een sukkeldrafje lopen [schokke, op n schökske loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|