e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vergiet doorslag: van aardewerk  dōršlāx (Brunssum), zij: zie (Brunssum) vergiet [N 49 (1972)] || Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)] III-2-1
vergiftigen vergeven: vurgĕvu (Brunssum) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)] III-1-2
vergoeden vergoeden: u v. hut  vergujje (Brunssum) vergoeden [SGV (1914)] III-3-1
verhaal verhaal: lank vurhaol (Brunssum), vertelseltje: vertelselke (Brunssum) een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)] || verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verharde weg teerweg: tarweeg (Brunssum) een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)] III-3-1
verhitten opwarmen: òp⁄wérmə (Brunssum), warmen: wermen (Brunssum) verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)] III-2-3
verhoren verhoren: vurheuru (Brunssum) iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)] III-3-1
verjaardag verjaardag: verjaordag (Brunssum) Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)] III-3-2
verkeren vrijen: vrieje (Brunssum), vriën (Brunssum) verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || vrijen [SGV (1914)] III-3-1
verkering sjans: sjans (Brunssum) verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] III-2-2