e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilde hoofdharen smissen: sjmiesse (Brunssum) hoofdharen, wilde ~ [vliechhaar] [N 10 (1961)] III-1-1
wilde roos (hondsroos, enz.) rozenstruik: roeəzĕstroek (Brunssum) eglentier [SGV (1914)] III-4-3
wilde tijm tijm: WLD  tijm (Brunssum) Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] III-4-3
wilg (alg.) vitsenboom: -  wietseboom (Brunssum) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenkatje katje: WLD  ketje (Brunssum) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] III-4-3
wilgensoorten treurwijde: treurwilg  troerwie (Brunssum), treurwilg: troerwilg (Brunssum), waterwijde: -  wa:terwie (Brunssum) wilg [N 38 (1971)] || wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
willen willen: wille (Brunssum) willen [SGV (1914)] III-1-4
wimpel wimpel: wimpul (Brunssum) een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1
wimper plimp: plump (Brunssum), plùmp (Brunssum) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind poepje: peupku (Brunssum), vots: fots (Brunssum), fóts (Brunssum) Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1