24483 |
vitsenboom |
geknotte wilg:
witsche baom (Q102p Amby),
witscheböm (Q102p Amby),
witseboom (Q027p Doenrade),
witsjeboum (Q102p Amby),
stam van de knotwilg:
witseboum (L433p Nieuwstadt),
ideosyncr.
witsestam (L386p Vlodrop),
stronk van de knotwilg:
?
witsejeboum - hout (Q095p Maastricht),
wilg (alg.):
wietzebaum (Q038p Amstenrade),
witsjeboum (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
(bijna geheel verouderd)
witsebuim (Q095p Maastricht),
(m.).
witseboum (Q095p Maastricht),
-
wietseboom (Q035p Brunssum),
witseboum (L386p Vlodrop),
gele twijgen
witseboum (Q021p Geleen),
wilgensoorten:
eigen spellingsysteem additie bij vraag 19 e.v. = treurwilg. Als deze gesnoeid werden waren we er als jongens als de kippen bij om hiervan de lange takken te pakken te krijgen, deze deden dan dienst als "sjmik"(zweep) om de meisjes om de benen te slaan, die al gillend wegliepen als ze ons ermee zagen komen.
witcheboum (Q021p Geleen)
III-4-3
|
|