e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoethout zoethout: (oo open).  zeuthout (Brunssum) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zoetstof voor peperkoek druivesuiker: drūvǝsukǝr (Brunssum), honing: huneŋ (Brunssum) De diverse zoetstoffen die in het peperkoekdeeg verwerkt worden. Inhoudelijk zijn het verschillende zaken. Vergelijk het lemma ''zoetstof voor taai-taai''. [N 29, 88b] II-1
zoetstof voor taai-taai druivesuiker: druivesuiker (Brunssum), honing: honing (Brunssum) De diverse zoetstoffen die in het taai-taaideeg verwerkt worden. Inhoudelijk zijn het verschillende zaken. [N 29, 87b; N 29, 87; N 29, 87a; N 29, 88] II-1
zogen, voeden (overg.) de mem geven: du mem gèvu (Brunssum) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] III-2-2
zolder zolder: zøldər (Brunssum) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zoldergat, opening in de koestalzolder hooilok: [hooi]lō̜k (Brunssum) In de koestalzolder is meestal een opening waardoor het hooi naar beneden geworpen wordt om het aan de dieren te voeren. Waar de koestalzolder in open verbinding staat met de schuur is er meestal geen opening in de zoldering. Een aantal opgaven betreffen een luik of een scharnierende deur waarmee de opening afgesloten kan worden. De benamingen kunnen ook gebezigd worden voor een opening in de gevel of in het dak waardoor het hooi op de zolder wordt gebracht. Zie ook het lemma "hooivenster" (3.4.5). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (hooi) het lemma "hooi" in aflevering I.3. Zie ook afbeelding 16.c bij het lemma "hooizolder, koestalzolder, schuur" (3.4.1). [N 5A, 56b; N 5, 97 en 97a; L 42, 24 passim; monogr.; add. uit N 5A, 57c] I-6
zolderkamer zolderkamer: zøͅldərkāmər (Brunssum) zolderkamer [N 05A (1964)] III-2-1
zolen onder de klomp slaan klompen lappen: klompǝ lapǝ (Brunssum) De zool van de klomp van zoolbeslag voorzien om de levensduur van de klomp te verlengen. Zie ook het volgende lemma. In Venray (L 210) werden ook klompen die deels al een versleten loopvlak hadden van oude stukken leer of rubber voorzien. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12
zomen zomen: zø̄mǝ (Brunssum) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerinetje (<fr.): pellerienke (Brunssum) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3