e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeibak broeibak: brujbak (Brunssum) [SGV (1914)] I-7
broek boks: boks (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Broek gemaakt van zeer stevige stof en voorzien van dubbele knieēn. Volgens een informant van Q 121 is de "kuilboks" een onderdeel van de "kuilmontuur". [N 95, 61; monogr.] II-5
broek met split broek met een gulp: brook mit en gulp (Brunssum) broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] III-1-3
broek: algemeen broek: brook (Brunssum, ... ) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekland, moeras gevuilnis: Opm. v.d. invuller: zo wordt het ook genoemd.  gəvuulənis (Brunssum), zomp: zomp (Brunssum) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp broekspijp: brookspiepe (Brunssum, ... ) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem broeksriem: brooksreem (Brunssum, ... ), buikriem: boekreem (Brunssum) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter vottas: vottesch (Brunssum), vottentasje: vottetesjke (Brunssum) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij broekentas: brooketesch (Brunssum), brooketesj (Brunssum) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3
broer broeder: browər (Brunssum), brōər (Brunssum), brŏwer (Brunssum), bròwer (Brunssum) broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)] III-2-2