e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droesem dras: dras (Brunssum), kamen: (bier),  kuume (Brunssum) droesem [SGV (1914)] || droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
dronkaard zatlap: zāāten (Brunssum), zuiper: zōē⁄pər (Brunssum) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3
dronken dronken: dronke (Brunssum), een vlieg in zijn oog: en vleeg in ee oog (Brunssum), vol: vòl (Brunssum), zat: ?? (Brunssum), zaat (Brunssum) dronken [N 10 (1961)] || zat [SGV (1914)] III-2-3
dronken zijn een brom in hebben: enne brom in hubbe (Brunssum), een roes hebben: enne roejs hubbe (Brunssum), een stuk in de hakken hebben: ei sjtuk in de hakke hubbe (Brunssum), een stuk in de kraag hebben: ei sjtuk in de kraag hubbe (Brunssum), een stuk in de vot hebben: ei sjtuk in de vot hubbe (Brunssum), hem om hebben: hem òm hubbe (Brunssum), hem op hebben: hem òp hubbe (Brunssum), hem zitten hebben: hem zitte hubbe (Brunssum) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
droog blijven droog blijven: drŭŭəch blīēvə (Brunssum), t blijft over]: het wēēr hild zich (Brunssum) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] || droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: trûûch (Brunssum) droog [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: drø̄xstǭ (Brunssum) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogzolder broodkamer: brūtkamǝr (Brunssum), meelzolder: mē̜lzoldǝr (Brunssum) De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c] II-1
drop houtkoek: hoot⁄kook (Brunssum), lakritswater: lakritswater in den sjoemelflesj  lakritswater (Brunssum) drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater houtkoekswater: ou⁄kookswààtər (Brunssum), lakrits: làkrits⁄ (Brunssum), lakritswater: lakrits water (Brunssum) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3