17775 |
enkel |
enkel:
inkel (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum,
Q035p Brunssum)
|
enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
32625 |
enkele kunstmestsoorten |
thomasslakken:
tǫmǝsšlakǝ (Q035p Brunssum)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
gruffelen:
gruffelə (Q035p Brunssum),
grøfələn (Q035p Brunssum)
|
[RND 08] [SGV (1914)]
I-7
|
21204 |
envelop |
brieftas:
breeftesh (Q035p Brunssum)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
epidemie:
epudumie (Q035p Brunssum)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
27865 |
er wordt geschoten |
(het) brandt:
brɛnt (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.]
II-5
|
22433 |
ereboog |
ereboog:
eernboag (Q035p Brunssum)
|
Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33610 |
erf |
hof:
hōf (Q035p Brunssum),
hōͅf (Q035p Brunssum)
|
I-7
|
33641 |
erf en omliggende landerijen |
gewande:
gǝwanj (Q035p Brunssum),
hof:
hōf (Q035p Brunssum)
|
De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23]
I-8
|
20217 |
erfenis |
erfenis:
erfunis (Q035p Brunssum)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|