e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gaan liggen (van de wind) gaan liggen: də winjt is gaon liGə (Brunssum) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4
gaar gaar: gaar (Brunssum), gààr (Brunssum) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3
gaaskap gaaskap: gāskap (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De gaaskap of gaaskorf die zich onder de kooi van de veiligheidslamp bevindt. [N 95, 247; monogr.] II-5
gaatje voor de schoenveter rijglok: rie-loaker (Brunssum), rielaoker (Brunssum) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
galerij galerij: galǝri (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Emma]) Mijngang in de kool of het gesteente, nagenoeg volgens de strekking van de koollaag. De invuller uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat een galerij evenwijdig aan de laag of door de laag werd gedreven. Een evenwijdig aan de laag gedreven gang, een steengalerij, kon dienst doen als watergalerij. Galerijen in de laag konden zowel "toevoergalerij" als "afvoergalerij" zijn. Soms was een "afvoergalerij" later de "toevoergalerij" voor een andere pijler in diezelfde laag, terwijl het omgekeerde ook kon voorkomen. [N 95, 372; N 95, 383; monogr.; Vwo 69; Vwo 332; Vwo 845] II-5
galgenaas schindaas (du.): maar meest in de beteekenis v. leeperd  šinoas (Brunssum) galgenaas [SGV (1914)] III-3-1
gang gang: gank (Brunssum) gang [SGV (1914)] III-2-1
gans gans: gau̯s (Brunssum), gou̯s (Brunssum) [A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.] I-12
gansrijden ganshouwen: Sub gaws.  gaws houwe (Brunssum), gansrijden: Sub gaws.  gaws rieje (Brunssum), ganstrekken: Sub gaws.  gaws trèkke (Brunssum) Een oud gebruik dat in onze contreien veelvuldig werd beoefend, vooral in de carnavalstijd. III-3-2
garde gard: (meer voor staak).; mar.: zie "stok of twijg om iemand te straffen  gèrt (Brunssum), meer voor staak  gèrt (Brunssum, ... ), wis: wies (Brunssum) een garde, een bosje rijshout om kinderen mee te straffen [gard, roe, wies] [N 87 (1981)] || gard [SGV (1914)] III-2-2