e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
handig handig: henjig (Brunssum), hèn⁄jich (Brunssum) goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)] III-1-4
handlamp handlamp: handlamp (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Maurits]) Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.] II-5
handlanger handlanger: hanjtjlaŋǝr (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), hantjlɛŋǝr (Brunssum), opper: uǝpǝr (Brunssum) Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] || Niet-geschoolde arbeider die in de mijn meehelpt bij o.a. het vervoer. [N 95, 154] II-5, II-9
handpalm plat: plat van de handj (Brunssum) palm van de hand [N 10 (1961)] III-1-1
handpijler handpijler: hanjtjpęjlǝr (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Maurits]) Pijler waarin de steenkool met behulp van de luchthamer wordt gewonnen. Zie ook het lemma Mechanische Pijler. [N 95, 281; monogr.] II-5
handschieter broodjesschieter: brȳtjǝsšētǝr (Brunssum), scheutel: šø̄tǝl (Brunssum) Dun plankje waarop de kadetjes of andere broodjes, met twintig tegelijk, de oven worden ingeschoven. Woordtypen als "lange schieter" en "grote zwouw" wijzen erop dat hiervoor ook wel de gewone ovenpaal wordt gebruikt. Vgl. dit lemma met dat van ''ovenpaal''. [N 29, 96b] II-1
handschoen haas: heusje (Brunssum, ... ), heuš (Brunssum), huisje (Brunssum), huíše (Brunssum) handschoen [SGV (1914)] || handschoenen (mv) [SGV (1914)] || handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)] III-1-3
handschoen zonder vingers mitaine (fr.): mitaine (Brunssum), mitèès (Brunssum) wanten of handschoenen die de vingers onbedekt laten [meténtjes] [N 23 (1964)] III-1-3
handschoen, handbeschermer handbeschermer: hanjtjbǝšɛrmǝr (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), handschoen: hanjtjšōn (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Domaniale]) Handschoen of handbeschermer. Er zijn werkzaamheden waarbij handbeschermingsmiddelen moeten worden gedragen zoals bij ijzertransport en andere waarbij het verboden is om deze middelen te dragen, zoals bij draaiende boren, werken aan bewegende delen van machines of aan- en afkoppelen van wagens (MBK V pag. 139). Lauraders moeten bij hun werk handschoenen dragen. [N 95, 882; N 95, 883] II-5
handspel hands (eng.): hands (Brunssum) Hij heeft de bal men de hand aangeraakt, het is ... [DC 49 (1974)] III-3-2