21752 |
in beslag nemen / beslag leggen op |
beslag leggen:
bushlaag liggn (Q035p Brunssum)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kistn (Q035p Brunssum)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
gardenieren:
gardeneere (Q035p Brunssum),
in de gaarde werken:
in de gaard wirke (Q035p Brunssum)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
tokken:
tōēkə (Q035p Brunssum)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18227 |
in lompen gekleed |
slecht:
schleg (Q035p Brunssum)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aantekenen:
ps. de n en de u kan ik in dit woord moeilijk onderscheiden!
aätekuun ? (Q035p Brunssum)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
groĕt goa (Q035p Brunssum)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
in voorraad:
i veuroad (Q035p Brunssum)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
27867 |
inbraak, stopmijnen |
inbraak:
enbrāk (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752]
II-5
|
18037 |
indigestie (hebben) |
overeten:
euvureĕtu (Q035p Brunssum)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)]
III-1-2
|