34170 |
kalven |
kalven:
kau̯vǝ (Q035p Brunssum),
kau̯wvǝ (Q035p Brunssum)
|
Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.]
I-11
|
33352 |
kalverhokje, kalverbak |
kalverbak:
[kalver]bak (Q035p Brunssum),
kalverkist:
[kalver]kes (Q035p Brunssum)
|
In de koe- of de kalverstal kunnen een of meer kalveren vetgemest of alleen maar gestald worden in een speciaal daarvoor bestemde kooi, kist, bak of box, of gewoon achter een plank in een hoek van de stal. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (kalver-) het lemma "kalverstal" (2.2.3). [N 5A, 45a; monogr.]
I-6
|
33351 |
kalverstal |
kalverstal:
kǫu̯vǝr[stal] (Q035p Brunssum)
|
De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b]
I-6
|
18725 |
kam |
kam:
kamp (Q035p Brunssum)
|
kam [SGV (1914)]
III-1-3
|
22729 |
kameel |
kemel:
kieëmel (Q035p Brunssum)
|
Kameel.
III-3-2
|
18564 |
kamerjas |
sjamberloek:
[Van Dale: sjamberloek (<Hd. < Turks yagmurlyk, regenmantel), kamerjapon voor heren, wijde huisjas met ceintuur]
sjamberloek (Q035p Brunssum)
|
kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24509 |
kamille (alg.) |
kamille:
-
kamille (Q035p Brunssum),
paardsbloem:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.) =paardebloem
peashbloom (Q035p Brunssum)
|
echte kamille [DC 50 (1975)] || stinkende kamille [DC 50 (1975)]
III-4-3
|
18638 |
kamizool |
kamizool (<fr.):
betekenis: werd door mannen onder colbertjas gedragen
kammezoal (Q035p Brunssum)
|
kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18724 |
kammen |
kammen:
kumme (Q035p Brunssum)
|
kammen (ww.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
22336 |
kampen |
kempen:
kempen (Q035p Brunssum)
|
Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|