e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorveeg oorveeg: oervieg (Brunssum) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2
op bedevaart gaan bedeweg houden: bééwaeg howte (Brunssum), een bedeweg doen: enne baewaeg dōēe (Brunssum) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] III-3-3
op de juiste temperatuur richtige temperatuur: rextǝgǝ tɛmpratūr (Brunssum) Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.] II-1
op de loop gaan biezen pakken: zien biesu pakku (Brunssum), op de loop gaan: op de leup gao (Brunssum) op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de schouder zitten krommelen: kraomele (Brunssum) rug: op de rug zitten [N 10 (1961)] III-1-2
op de tenen lopen op de tenen lopen: op de teene laope (Brunssum), op de toppen lopen: op de tuppe laope (Brunssum) lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)] III-1-2
op de vingers fluiten fluiten: fleute (Brunssum) Op de vingers fluiten [schuffelen]. [N 90 (1982)] III-3-2
op een hoop gooien op een hoop schudden: ǫp (ęi̯)nǝ hǫu̯p šø̜dǝ (Brunssum) Het uitstorten van de aardappelen in de kuil. [N 12, 29; monogr.] I-5
op een rij zetten richten: rigtu (Brunssum) op een rij zetten [hagen] [N 91 (1982)] III-4-4
op een sukkeldrafje lopen dribbelen: dribbele (Brunssum) lopen: op een sukkeldrafje lopen [schokke, op n schökske loope] [N 10 (1961)] III-1-2