e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paardsknecht, eerste knecht paardsknecht: pɛ̄š[knecht] (Brunssum) Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.] I-6
paars, violet violet: flit (Brunssum) paars [SGV (1914)] III-4-4
paasavond paasavond: poašoavent (Brunssum) paaschavond [SGV (1914)] III-3-3
paasei paasei: paosjei (Brunssum) Paasei. III-3-2
paaslammetje paaslammetje: pǭšlɛmkǝ (Brunssum) Een lam dat met Pasen, als het ongeveer 9 weken oud is, geslacht wordt. [N 70, 5] I-12
pachtboer halfe: hau̯fǝ (Brunssum) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: pɛxtǝ (Brunssum) [S 27; monogr.] I-6
pachtersvrouw halferse: hau̯fǝšǝ (Brunssum), hau̯vǝšǝ (Brunssum) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad kroddel: kroddel (Brunssum, ... ), schildkrote: schildkröte (Brunssum) pad [DC 07 (1939)], [SGV (1914)], [SGV (1914)] || pad (dier) [SGV (1914)] III-4-2
pad, paadje pad, paadje: pĕĕdjn (Brunssum), (paat niet).  pètje, pètjes (Brunssum), weg, weggetje: (paat niet).  wèg (Brunssum) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] || pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1