e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
passen passen: passu (Brunssum) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): pəsjtu.ər (Brunssum) pastoor [RND] III-3-3
pastorie pastorie: pastrie (Brunssum) pastorie [SGV (1914)] III-3-3
pater pater (lat.): pa:tər (Brunssum) pater [RND] III-3-3
patrijs patrijs: patrīēs (Brunssum), pətrīēs (Brunssum) patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
patroon patroon: patruǝn (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Emma]) Springstofpatroon. De springstofpatronen die in de mijn gebruikt worden, zijn ongeveer 12 tot 15 cm lang, hebben een diameter van ongeveer 3 cm en wegen 100 gram (Vanwonterghem pag. 87). [N 95, 424; N 95, 420; monogr.; Vwo 219; Vwo 588] II-5
paus paus: paus (Brunssum) paus [SGV (1914)] III-3-3
peer, soorten zever: kwee in de pijp  zeever (Brunssum) kwee [SGV (1914)] I-7
peetoom peter: pēͅtər (Brunssum, ... ), pèter (Brunssum), peternonk: pèternonk (Brunssum) peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante petetant: pēͅtətant (Brunssum, ... ) meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2