e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teleurstellen tegenvallen: tègu vallu (Brunssum), tèègəvàllə (Brunssum) niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten einde brengen vaardig maken: veerdig maku (Brunssum) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
tepel, tet tepel: tīpǝl (Brunssum) Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12
test vuurpotje: vø&#x0304rpøͅtjə (Brunssum) vuurtest (in houten stoof) [N 49 (1972)] III-2-1
tetanus klem: de klem hubbe (Brunssum), klem (Brunssum) Als in een wondje straatvuil komt, kan er een infectieziekte ontstaan. De wetenschappelijke naam van die ziekte is Tetanus. Hoe noemt men die ziekte in uw dialect? [DC 60 (1985)] || Tetanus: ziekte waarbij een verstijving van de spieren optreedt, die begint bij de kauwspieren en zich dan uitspreidt over de rompspieren (klem). [N 84 (1981)] III-1-2
tevreden; tevredenheid content: bis mer content! (Brunssum), plezier: pləzeer⁄ (Brunssum) Hoe zegt men: Wees maar tevreden, jij! [N I (1964)] || tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4
theelepeltje suikerlepeltje: soekerleepelke (Brunssum), theelepeltje: teeleepelke (Brunssum) theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)] III-2-1
theepot theepot: tīē-pot (Brunssum) pot waarin thee wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
thuis heem: heem (Brunssum) thuis [SGV (1914)] III-2-1
tiend tiende: tient (Brunssum) tiend [SGV (1914)] III-3-1