e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inschuren inschuren: enšūrǝ (Buchten) Met behulp van puimsteen in de natte grondverf schuren om de verflaag te doen hechten aan de plamuurlaag. [N 67, 72b] II-9
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: insjlaon (Buchten), inslag: enen insjlaag (Buchten) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
instorting instorting: enštǫrteŋ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Het plots inzakken van het dak van de mijngang of een instorting in een galerij of steengang. [N 95, 901; N 95, 929; N 95, 843; monogr.; Vwo 172; Vwo 398] II-5
intrekkende schacht, instromingsschacht intrekkende schacht: entrękǝndǝ [schacht] (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) De schacht waarlangs de verse lucht het ondergrondse gedeelte van de mijn wordt binnengevoerd. De opgaven "beur één", "put één" en "schacht één" duiden het nummer aan van de schacht die op de desbetreffende mijn als instromingsschacht wordt gebruikt. Zo vermeldt de invuller uit L 417 dat men op de mijnen in Zwartberg en Waterschei de oneven nummers voor de intrekkende schachten gebruikt, terwijl men de uitstromingsschachten even nummers geeft. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Luchtstroom. De fonetische documentatie van het woord (schacht) vindt men in het lemma Schacht. [N 95, 205; monogr.] II-5
inzakken, zich zetten afzakken: āfzakǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Gezegd van de daklaag, wanneer deze zakt. Door de koolontginning maakt men ruimte in de koollaag. Door het enorme gewicht dat zowel op de koollaag als op de gesteentelagen drukt, willen de daklagen boven de gemaakte ruimte gaan zakken (Driessen pag. 152-153). Deze druk kan een steun zijn bij het werk van de koolhouwer, omdat ze een wat brekende werking uitoefent op de resterende koollaag. [N 95, 524; N 95, 389] II-5
inzetgeld inleggeld: inlekgeltj (Buchten) het inleggeld (inzetgeld) per duif? [N 93 (1983)] III-3-2
jaarduif jarige, een ~: jörige (Buchten) een jonge duif van één jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
jacquetpak jacquet (<fr.): sjekèt (Buchten) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak jak: jak (Buchten) jak [SGV (1914)] III-1-3
jaloers jaloers: sjaloes (Buchten) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4