28028 |
kolen, kool delven |
kolen:
koalǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
kolen losmaken:
kǭlǝ losmākǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Domaniale]),
kool loshouwen:
kǭl loshǫwǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
ontkolen:
ontkǭlǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De koollaag losmaken of loshakken met behulp van de hak, de luchthamer en de koolschaaf. De woordtypen "hameren", "loshameren", "pikken", "pikkelen", "piqueren", "steken met de piqueur", "lospiqueuren" en "afpiqueuren" zijn specifiek van toepassing op het werken met de luchthamer. [N 95, 500; N 95, 501; N 95, 502; N 95, 201; N 95, 202; N 95, 203; monogr.; Vwo 28; Vwo 441; Vwo 562; Vwo 597; Vwo 745 div]
II-5
|
27718 |
kolenkraan |
kolenkraan:
koalǝkrān (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 37]
II-5
|
27712 |
kolenlaadstation |
verlaadplaats:
vǝrlājplāts (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Eisden])
|
Het woordtype "kade" (Q 7) duidt op een punt waar kolen in schepen worden overgeladen en "bascule" (Q 7) op een laadpunt voor treinen. [N 95, 32]
II-5
|
19634 |
kolenschop |
panschup:
panšø̜p (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Schop, bestaande uit een korte steel met kruk en een betrekkelijk groot blad. Met dit type schop worden de losgemaakte kolen op de transportband of de schudgoot geschept. Door de onduidelijke vraagstelling van vraag N 95, 751 ("Hoe noemt u een platte schop?") en vraag N 95, 752 ("Hoe noemt u een panneschop?") is een aantal opgaven uit dit lemma mogelijkerwijs ook van toepassing op de steenschop. De composita waarvan het eerste lid verwijst naar een steenschop zijn bijeengeplaatst in het lemma Steenschop. [N 95, 752; N 95, 751; monogr.]
II-5
|
19467 |
kolenslik |
slam:
šlam (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Nat kolenstof of kolengruis, gebruikt als brandstof. [N 95, 466; monogr.; Vwo 689; Vwo 709; Vwo 715]
II-5
|
28204 |
kolenstof |
kolenstub:
kǭlǝštø̜p (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Grof of fijn stof afkomstig van de kolen. Het komt vrij bij het schieten, boren, het losmaken van kolen en andere werkzaamheden in het ondergrondse gedeelte van de mijn. Omdat het kolenstof overbelasting van de longen kan veroorzaken, wordt het nadelig geacht voor de gezondheid. Het moet daarom zoveel mogelijk bestreden worden. Bij een bepaald percentage vluchtige bestanddelen in het kolenstof is het zeer explosief. [N 95, 769; monogr.]
II-5
|
28123 |
kolenval |
kolenval:
kǭlǝval (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Af- of instorting van kolen. Het gevaar van kolenval is in elke koollaag aanwezig maar het treedt meer op de voorgrond bij dikke lagen en bij goed gelaagde kolen. Door directe kolenval kwamen vaker ongevallen voor. [N 95, 888]
II-5
|
27714 |
kolenvoorraad |
opslag:
opšlāx (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Voorraad kolen die een mijn opslaat wanneer de produktie hoger is dan de verkoop. [N 95, 33; Vwo 749]
II-5
|
33026 |
kolven afstropen |
stropen:
štrø̜i̯pǝ (L426p Buchten)
|
De maïskolven ontdoen van de schutbladeren. Het object van de handeling is steeds maïskolven. [N Q, 22]
I-4
|
19615 |
kom |
komp:
komp (L426p Buchten)
|
kom [SGV (1914)]
III-2-1
|