e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omweiden omdoen: ǫmdōn (Buchten) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
onbewolkt klare lucht: kloar lòch (Buchten) wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
ondergronds ondergronds: oŋǝršrønš (Buchten  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.] II-5
onderhaam onderhaam: oŋǝrhām (Buchten) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderhands onderhands: Opm. o zweemt naar oe.  ongerhandsj (Buchten), onderlings: Opm. o zweemt naar oe.  ongerlings (Buchten) onderhandsch [SGV (1914)] III-3-1
onderhemd hemd: hŭmme (Buchten), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  ei sjōoan humme (Buchten) hemd [SGV (1914)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderkabel slodderzeel: šløtǝrzęjl (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.] II-5
onderkussen, peluw hoofdpulf: huipölf (Buchten), pulf: pølf (Buchten) Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] || peluw [SGV (1914)] III-2-1
onderlip onderlip: òngerlùp (Buchten) onderlip [DC 01 (1931)] III-1-1
onderste band van de schoof onderband: ǫŋǝr[band] (Buchten) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22a] I-4