e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ontslag krijgen ontslag krijgen: ontšlāx krīgǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Emma]) De dienst opgezegd krijgen. In "zijn boek krijgen" wordt met boek het werkboekje bedoeld dat men terugkrijgt als men ergens niet meer werkt (Vanwonterghem pag. 69). Püs in de "de püs krijgen" is een strozak in het bed of een armoedig bed (RhWB VI pag. 1227 s.v. "Püs"). Het woord wordt in deze uitdrukking overdrachtelijk gebruikt. [N 95, 999; N 95, 998; monogr.] II-5
ontslag nemen (zijn) ontslag nemen: ontšlāx nømǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Als arbeider zelf ontslag nemen uit de dienst. Men moest een aantal dagen van te voren opzeggen, wilde men zonder loonverlies de werkovereenkomst verbreken. In de Belgische mijnen moest men minstens 14 dagen vooraf het mijnbestuur in kennis stellen van zijn ontslag (Defoin pag. 219). Ook woordtypen als "kundigen" of "(zijn) dagen doen" wijzen op een opzegtermijn. [N 95, 1000; monogr.; Vwo 100; Vwo 147; Vwo 148; Vwo 267; Vwo 268; Vwo 574] II-5
ontsmettingsmiddel kelksel: kɛlksǝl (Buchten) Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b] I-4
ontsteker slaghoedje: šlāxhø̄tjǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Apparaat waarmee de ontploffing van springstof op gang kan worden gebracht. Het slagpijpje is een koperen buisje van 6.5 mm diameter en 4 cm lang, dat een kleine hoeveelheid ontstekingspoeder bevat. Hierin liggen twee electrische draden tegenover elkaar. Zij zijn verbonden door een kleine brug uit zeer dunne platinadraad die begint te gloeien zodra de stroom er doorloopt (Defoin pag. 141). [N 95, 411; monogr.; Vwo 212; Vwo 564] II-5
onvruchtbare geit steenbok: štęi̯nbok (Buchten) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12
onvruchtbare koe manse koe: mau̯s kō (Buchten) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui donderbui: donderbuu (Buchten), hommelbui: hommelbuuj (Buchten), hommelschuil: hommelsjoel (Buchten, ... ) donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] || onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx hommelweer: hommelwéér (Buchten) onweer [N 22 (1963)] III-4-4
ooft ooften: êûf (Buchten) ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] III-2-3
ooftvlaai ooftenvlaai: Syst. WBD  euftevlaaj (Buchten) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3