| 17757 |
oor |
oor:
ōar (L426p Buchten)
|
oor [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 17615 |
oorlel |
oorlelletje:
ōarlèlke (L426p Buchten)
|
oorlel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 19409 |
oorvormig handvat |
oor:
o-ar (L426p Buchten),
oortje:
oèrke (L426p Buchten)
|
Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 24361 |
oorworm |
oorworm:
oarworm (L426p Buchten)
|
oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
| 23198 |
op bedevaart gaan |
een bedeweg houden:
ne bèèwèèg hoon (L426p Buchten),
op bedevaart gaan:
op bējevaart gaon (L426p Buchten)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
| 25358 |
op de borrel gaan |
een rijpe zijn:
(men zegt) ǝt es ęjnǝ rīpǝ (L426p Buchten),
een vette zijn:
(men zegt) ǝt es ęjnǝ vɛtǝ (L426p Buchten),
goed gemest zijn:
(men zegt) hē es gōt gǝmas (L426p Buchten)
|
Voordat een varken geslacht wordt, komen de buren het prijzen in de hoop op een borrel te worden getrakteerd. Ook komt het voor dat dit gebeurt, als het varken gedood is. Soms blijven de inspanningen die men zich voor de borrel moet getroosten beperkt tot wat prijzende woorden, soms helpt men even mee het varken op de grond te trekken of het dier vast te houden, zodat de slachter het de keel kan doorsnijden. [N 28, 4]
II-1
|
| 17935 |
op de loop gaan |
ertussenuit gaan:
der tusjenoet gaon (L426p Buchten),
lopen gaan:
loupe gaon (L426p Buchten),
op de loop gaan:
op de luip gaon (L426p Buchten),
oppe luip goan (L426p Buchten)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || op de loop gaan [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 17965 |
op de schouder nemen, dragen |
krommenek dragen:
kraomenak drage (L426p Buchten)
|
rug: op de rug zitten [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 17966 |
op de schouder zitten |
op de krommenek zitten:
bij vader op de kraomenak zitte (L426p Buchten)
|
rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 17949 |
op de tenen lopen |
op zijn tenen lopen:
op zien têne loupe (L426p Buchten)
|
lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)]
III-1-2
|