e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ploegwieltje ploegrullen: [ploeg]rø̜lǝ (Buchten) Het wieltje dat (in plaats van een slof) deel uit maakt van de voorsteun van een voetploeg. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 32c + 33d; N 11A, 93c; A 26, 4b add.; L 4, 4b add.; monogr.] I-1
plooidal zak: zak (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Plooiing van de koollaag waarbij de samenhang niet is verbroken; in dit geval loopt de plooiing naar beneden. Zie ook het lemma Plooirug. [N 95, 842; monogr.] II-5
pluimenborstel, plumeau plumeau: plumeau (Buchten) Stoffer bestaande uit een steel waarvan het ene einde bezet is met veren (pluimenborstel, plumeau, poezenbezem) [N 79 (1979)] III-2-1
plukken plukken: plökke (Buchten) plukken [SGV (1914)] III-1-2
plukken, van fruit plukken: plökke (Buchten) plukken [SGV (1914)] I-7
poel poel: pōl (Buchten) Klein ondiep, stilstaand water, veelal als troebel of smerig gedacht. Een poel heeft dan ook meestal een meer ongunstige betekenis dan een vijver. [N 27, 24; S 28; A 20, 1; A 2, 48; monogr.] I-8
poel, plas poel: peul (Buchten) poelen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
poetsen, schoonmaken poetsen: pôtse (Buchten) Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)] III-2-1
poetsmiddel koperpoets: koperpôts (Buchten) Zacht schuurmiddel voor b.v. zilver of koper (kuis, poets, potlood) [N 79 (1979)] III-2-1
pofbroek pofboks: pofbóks (Buchten) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3