34061 |
vaars |
vaars:
vɛs (L426p Buchten)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
19492 |
vaatdoek |
schotelsplag:
šōtəlsplak (L426p Buchten)
|
vaatdoek [SGV (1914)]
III-2-1
|
20330 |
vader |
pap:
pap (L426p Buchten),
papa:
papa (L426p Buchten),
vader:
vader (L426p Buchten, ...
L426p Buchten,
L426p Buchten,
L426p Buchten,
L426p Buchten)
|
(vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
23330 |
vagevuur |
vagevuur:
vagevuur (L426p Buchten)
|
vagevuur [SGV (1914)]
III-3-3
|
19454 |
vak van een kast |
vakje:
vekske (L426p Buchten)
|
Deel van een kast dat door schotjes of deurtjes van de rest gescheiden is (vak, loket) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
27567 |
vakbond |
bond:
bonjtj (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Vereniging van werknemers. Men kende een katholieke en een socialistische vakbond. [N 95, 982; N 95, 982 add.]
II-5
|
17822 |
vallen |
vallen:
valle (L426p Buchten)
|
vallen [SGV (1914)]
III-1-2
|
19051 |
vals |
vals:
valsj (L426p Buchten)
|
valsch [SGV (1914)]
III-1-4
|
28034 |
van boven naar beneden kool delven |
afkolen:
āfkǭlǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Doorgaans geeft men de voorkeur aan het werken van onder naar boven in een koollaag, omdat dan o.a. het scheppen van de kolen het gemakkelijkst is. Alleen wanneer men daardoor gunstiger ten opzichte van de splijtvlakken komt te zitten of wanneer de helling van de koollaag groter is dan 25 graden, zal men in dalende richting of van boven naar beneden werken (Driessen pag. 158). Dit gebeurt ook, volgens de informant van Q 113, als de laag zeer dik is. [N 95, 520]
II-5
|
34497 |
van de leg afraken |
van de leg af:
van dǝ lęk āf (L426p Buchten)
|
[N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|