e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braambes bramelen: broamel (Buchten), bramelten: braomelte (Buchten, ... ) braambes [DC 13 (1945)], [SGV (1914)] III-4-3
braambessen bramelten: bromǝltǝ (Buchten) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5
braamstruik brameltenstruik: broameltesjtroek (Buchten), bramen: bréèm (Buchten, ... ) braamstruik [DC 13 (1945)], [SGV (1914)] III-4-3
braden braden: broaje (Buchten) braden [SGV (1914)] III-2-3
brak, vals dak brak: brak (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Slappe leisteenbank in het dak die dreigt in te storten. [N 95, 576; N 95, 898; N 95, 899; monogr. Vwo 188; Vwo 194; Vwo 670; Vwo 711; Vwo 810; div.] II-5
braken kotsen: kotse (Buchten), overgeven: euvergeve (Buchten), spijen: sjpieje (Buchten) overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2
brandblaar brandblaar: brandjblaor (Buchten) Een brandblaar. [DC 14 (1946)] III-1-2
branden borren: de kachel bort (Buchten) brandt [de kachel ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
brander van een lamp brander: brĕnjer (Buchten) brander (v. e. lamp) [SGV (1914)] III-2-1
brandewijn brandewijn: brandewien (Buchten) brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)] III-2-3